~ Rouwgedichten 1 ~
Stil verdriet, zo goed verborgen
Soms toch tastbaar, dan weer niet
Stil verdriet lijkt soms verdwenen
Maar echt verdwijnen doet het niet.
Jij, met wie ik mocht leven
Om wie ik kon lachen
Aan wie ik kon geven
Van wie ik mocht huilen
Bij wie ik kon schuilen
Je hebt me alles gegeven
Jij, voor altijd mijn liefste
Jij, voor altijd mijn leven.
Bezige handen
En een sterke wil
Vielen na een
Bewogen leven stil.
Niemand die het weten kan
Hoeveel ik van je hou
Niemand die mij troosten kan
In mijn verdriet om jou
Niemand die begrijpen zal
Hoe vreselijk ik je mis
Niemand die beseffen zal
Hoe erg die pijn wel is.
Uit het oog
Maar voor altijd
In ons hart.
Als sterren konden spreken
Als sterren konden zien
Zou je dan vanavond
Heel eventjes willen zwaaien
En twinkelen als groet
En ons hier beneden laten weten
Hoe het zonder jou verder moet...
Je liefde, je kracht
Je warmte en je lach
Wat zal ik je missen
Iedere dag.
Nooit meer
Wandelen op een middag
Samen aan de afwas staan
Jou een krant zien lezen
Jou zien komen of zien gaan
Jou horen zingen of fluiten
Ergens in of om het huis
Nooit meer samen praten
Nooit meer kom je thuis.
Wat ging het allemaal snel
Maar ik zie je nog wel
Het is wachten op die grote dag
Dat ik je weer ontmoeten mag
Jouw lijden is voorbij
En eens geldt dat ook voor mij.
Toen ik op deze aarde kwam
Heeft iemand mij gebracht
Ik heb de weg niet zelf gevonden
Door de donkere nacht
En als ik straks weer weg zal gaan
Naar de eeuwig groene dalen
Dan zal mij vast en zeker
Weer iemand komen halen.
De sterke eik waaronder
Ik mocht schuilen
Is niet meer...
De mensen van voorbij
Ze blijven met ons leven
De mensen van voorbij
Zij zijn met ons verweven
In liefde en verhalen
Die wij zo graag herhalen
In bloemengeuren en een lied
Dat opklinkt uit verdriet.
Oud en moe gestreden
Toe maar
Ga maar
Je hebt genoeg geleden.
Wanneer ik jou het meeste mis
Als men dat vragen zou
Zeg ik: wanneer ik wakker word
Maar ook 's middags mis ik jou
En 's avonds als ik slapen ga
Veel meer dan ik had verwacht
Mis ik je tot het ochtend wordt
Ik mis je dag en nacht.
Veel te jong uit het leven weggerukt
Veel te plotseling ging je heen
En al is er een wereld vol mensen
Zonder jou zijn wij alleen.
Mijn sterretje aan de hemel is verlicht
Het is alleen op jou gericht
Ik fonkel je 's avonds tegemoet
En geef je voor het slapen gaan
Een lieve groet.
Het liefste dat ik heb bezeten
Zij was de spil van mijn bestaan
Vraag me niet dat te vergeten
En gewoon weer door te gaan.
Hoe koud en kort en onverwacht
Valt deze winter, en hoe zacht
Als sneeuw die nooit meer water wordt
Wanneer het nooit meer later wordt.
En toch telkens weer
Zullen wij je tegenkomen
Zeg nooit, het is voorbij
Slechts je lichaam
Is van ons weggenomen
Niet wat je was
En ook niet wat je zei.
Je hart was gul en breed
Bood ruimte aan zo velen
Een ruimte die vaak overliep
Van warmte om te delen.
Voor altijd straalt jouw sterretje daar
Ver hierboven, zo helder, zo klaar
Diep in mijn hart blijft de herinnering leven
Gevuld met al de liefde
Die je ons hebt gegeven.
Genezen kon ik je niet
Wel helpen bij menige stap
In tranen en verdriet
Struikelend naar de hemeltrap.
Streep hun naam niet door
Al zijn zij tot stof vergaan
Streep hun naam niet door
Alsof ze nooit hebben bestaan
Want ik wil weer verder leven
Maar ik weet niet hoe dat moet
'k Hoor bij hen die achterblijven
Overleven dat vergt veel moed
Streep daarom hun naam niet door
Noem hen en laat me weten
Dat ook jij niet zult vergeten
Zo alleen kan ik verder gaan.
 
|